1. De aardlekschakelaar weigert
De aardlekschakelaar dient om de installatie (of bij meerdere aardlekschakelaars een gedeelte)
uit te schakelen bij gevaarlijke situaties.
De aardlekschakelaar in de meterkast dient met een zekere regelmaat gecontroleerd te worden
op de juiste werking. Dit kan simpel door de test knop op de aardlekschakelaar in te drukken.
Als u dit doet, dan dient direct de aardlekschakelaar uit te schakelen.
Gebeurt dit niet dan is het raadzaam een vakman te waarschuwen om de aardlekschakelaar na
te kijken en eventueel vervangen.
Laat U de aardlekschakelaar niet controleren of vervangen dan kan een fout in de installatie of in
een elektrisch apparaat de aardlekschakelaar niet uitschakelen.
Deze situatie is bijzonder gevaarlijk.
U kunt dan een elektrische schok krijgen van de installatie of het defecte apparaat.
ARMATUREN
Een armatuur dient om een lichtbron op het elektriciteitsnet aan te sluiten en moet daarom juist van de juiste lamphouder voorzien.Eventueel voorschakelapparatuur kan in het armatuur worden gemonteerd.Een andere functie van een armatuur is het zorgen voor een bepaalde lichtsterkte verdeling.Dit is mogelijk om bijvoorbeeld reflectoren toe te passen.Door afscherming kan een indirecte verlichting ontstaan.Een derde mogelijke funktie van een armatuur is een versierende funktie.In dit geval spreken we van een ornament.De versierende funktie van ornamenten laten we hier buiten beschouwing.Als een armatuur lichttechnisch voldoet, kan het nog niet altijd worden toegepast.Ook elektrotechnisch zal het aan de veiligheidseisen moeten voldoen.Deze veiligheidseisen staan voorgeschreven in de NEN-1010 en worden onder ander bepaald door de toepassing van de armaturen in verschillende ruimtes,zoals gewone ruimtes,ruimtes met vocht,stoffige ruimtes,enzovoort.Meestal houdt dit in,dat er eisen worden bekendgemaakt door een IP-codering(International Protection) Dit wordt uitgebreid beschreven in de NEN-10162 en deel 3 van NEN-1010.Verder is er nog een classificatie van elektrische beschrming voor de aanrakingsveiligheid.
Bij de armaturen moeten we ook rekening houden met montage omstandigheden,zoals bijvoorbeel met de brandbaarheid van het plafond of de wand waarop het armatuur wordt gemonteerd.Hiervoor zijn 2 mogelijkheden namelijk: Normaal brandbaar.Dit zijn materialen die slechts met een brander aangestoken kunnen worden en een zekere vlamvertraging bezitten.De ontbrandingstemperatuur moet minimaal 200 graden Celcius zijn.
Gemakkelijk brandbaar: Dit zijn alle materialen die niet aan de eisen van normaal brandbaar voldoen.
Op gemakkelijk brandbare materialen moeten we armaturen monteren,die aan de F-eisen voldoen.Dat betekent dat het montagevlak van het armatuur bij normaal bedrijf niet warmer wordt dan ongeveer 90 graden Celcius.En in geval van storing niet boven de 130 graden uitstijgt.Zelfs bij een defect voorschakelapparaat mag de temperatuur niet hoger worden dan 180 gradenC.
ARMATUREN voor TL-Verlichting:
TL-armaturen kunnen we verdelen naar twee mogelijkheden,namelijk inbouw en opbouw.Technisch zijn deze armaturen vaak gelijk.Daarnaast is er een keuzemogelijkheid uit een tweetal elektrische uitvoeringen:
A. zonder doorvoerbedrading (dus geschikt voor afzonderlijke montage)
B. met doorvoerbedrading (dus geschikt voor lijn-of systeemmontage)
Voordelen toepassing van een montage systeem:
De verlichtingsinstallatie is snel en vaak met weinig gereedschap aan te brengen.
Er vind geen vertraging in de bouw plaats,omdat er geen leidingen en dozen ingestort hoeven te worden.
Voor-en afmontage kunnen gescheiden worden uitgevoerd.
De verlichtingsinstallatie kan later eenvoudig worden uitgebreid of aangepast worden,mits er rekening wordt gehouden met de indeling van groepen en de belasting.
Een montagesysteem bestaat uit draagprofielen,al dan niet voorbedraad.Deze draagprofielen kunnen op eenvoudige wijze aan elkaar gekoppeld worden door mechanische koppelingen.De elektrische verbingen worden door middel van snelcontacten verkregen.
Aan het draagprofiel kunnen we de nodige TL-armaturen bevestigen via een mechanische koppeling in een elektrisch snelcontact.Bij montage systemen worden vaak speciale symbolen gebruikt met betrekking tot bijvoorbeeld het koppelen en de doorvoerbedrading.Afhankelijk van de lichttechnische eisen,kunnen we de TL-armaturen voorzien van een metalen reflector. Deze reflector bestaat uit twee afzonderlijke platen vervaardigd van wit gemoffeld metaal.Ingesloten lichtlijnen kunnen we de reflectors strak uitlijnen met koppelbanden.De kopse kanten zijn met eindplaten af te sluiten.Dit type reflector is bestemd voor installaties waar een directe lichtverdeling wordt vereist.
Deze reflector geeft een smalle bundel en is bij uitstek geschikt voor het verlichten van gangpaden in magazijnen met hoge stellingen(5 meter of hoger) De lichtrooster wordt gebruikt op plaatsen waar geen doorsnee-eisen aan de kwaliteit van de verlichting stellen,zoals bijvoorbeeld in kantoren,winkels,showrooms en lichtlokalen.
2. De aardlekschakelaar springt uit en u krijgt hem niet meer in
Als de aardlekschakelaar spontaan uitschakelt dient u eerst te kijken waarom dit gebeurt.
Vaak is het een kleinigheid zoals een koffiezet apparaat dat overgelopen is of een waterkoker
die overkookt.Dan de betreffende stekker uit het stopcontact halen en de aardlekschakelaar weer inschakelen. Soms is het echter minder eenvoudig. U weet niet waarom de aardlekschakelaar uitschakelt en als u de aardlekschakelaar weer inschakelt lukt dit niet. Dan moet u als volgt te werk gaan:
Een aardlekschakelaar beveiligd nooit meer dan 4 groepen (zijn het er wel meer dan is er iets fout). Zet de groepen die achter de betreffende aardlekschakelaar zitten allemaal uit met de automaat of met het groepenschakelaartje. Zet dan de aardlekschakelaar weer in. Blijft de aardlekschakelaar zitten dan één voor één de groepen weer inschakelen. Komt u bij de groep waar de fout inzit dan schakelt de aardlekschakelaar direct uit. U weet dan in welke groep de fout zit. Zet deze groep uit en zet de rest van de groepen die geen fout
geven weer aan. U kunt nu kijken in welk gedeelte van het pand de spanning weg is.
Vaak kunt u dan ook de oorzaak vinden. Zoniet dan is het raadzaam een vakman te waarschuwen.
3. Installatie delen die vaak een aardlek storing veroorzaken
Vaak zijn het dezelfde installatie delen die storing veroorzaken.
Het is dan ook wijsheid om die delen bij storing even te controleren alvorens een vakman te waarschuwen. Installatie delen die vaak een aardlek storing veroorzaken zijn bijvoorbeeld:
Buitenverlichting aan de wand of in de tuin, buiten wandcontactdozen (stopcontacten),
kabels in de tuin die met graven geraakt zijn, koffiezet apparaten, waterkokers, koelkasten
die ontdooid zijn en weer opgestart worden, wasautomaten en wasdrogers
(vooral condensdrogers waar het waterreservoir van overloopt).
De fout kan ook in de installatie zitten. Let wel, een goed aangelegde installatie kan bijna niet
spontaan een aardlek fout geven. Het zijn echter factoren van buitenaf die dit wel kunnen. Denk hierbij aan een lekkage in het platdak of een lekkage in de waterleiding boven in de meterkast. Het is verstandig dit geregeld te checken omdat er behoorlijke schade kan ontstaan als er te laat actie wordt ondernomen.
4. Hoe vaak moet u de aardlekschakelaar testen
De aardlekschakelaar dient 1x per maand te worden getest. Als u dit doet dan garandeert de fabriek een juiste werking. Uit de praktijk blijkt dat aardlekschakelaars nooit of bijna nooit worden getest. Als we de mensen dan vragen waarom niet dan blijkt dat mensen het vervelend vinden als alle apparatuur met een ingebouwde klok (video, wekkerradio, thermostaat etc.) elke keer opnieuw in te moeten stellen.
Wij adviseren dan om de aardlekschakelaar te testen bij het omzetten van zomertijd naar
wintertijd en ook bij het omzetten van wintertijd naar zomertijd. U moet de klokken dan toch opnieuw instellen. Zo pakt u de veiligheidstest mooi mee.
5. Er is helemaal geen spanning meer
Als er helemaal geen spanning meer is dan zijn er 2 mogelijkheden. Het stroomleverend bedrijf heeft een storing.Dit kunt u controleren door te kijken of de buren wel spanning hebben. Of de eigen hoofdzekering is gesprongen. In de eerste situatie kunt u bellen met het stroomleverend bedrijf.In de tweede situatie kunt u zelf nagaan of de verdeelkast onder de meter aan de buitenkant warm aanvoelt. Is dit het geval dan is er sprake van een overbelasting. U heeft dan meer vermogen afgenomen dan waar de hoofdzekering voor bestemd is. Dit gebeurt vaak in het voor en najaar als gevolg van extra kachels omdat de CV nog niet aanstaat of als de wasmachine en droger gelijk aanstaan en dan ook nog de vaatwasser.
Als u zeker weet dat dit het geval is dan moet u het stroomleverend bedrijf waarschuwen.
Deze zal de hoofdzekering vervangen en de kast weer veilig verzegelen.
U mag dit nooit zelf doen, alles onder en aan de meter is verboden om open te maken.
De hoofdzekering kan ook door een kortsluiting defect raken.Het leidt te ver om hier precies uit te leggen hoe dat kan. Het is dan echter wel zaak om een vakman te waarschuwen die de kortsluiting kan verhelpen.
6. Er hangt een brandlucht in de meterkast
Als er een brandlucht in de meterkast hangt dan heeft dit veelal met overbelasting te maken.
U kunt dan het beste nagaan wat er allemaal in huis aan vermogen is aangesloten.
(wasautomaat, wasdroger, vaatwasser, kookplaat, magnetron, oven / grill, etc. ).
U kunt dan een vakman advies vragen of Uw installatie geschikt is voor de aangesloten apparaten.Vaak hoeft een brandlucht niet het gevolg te zijn van overbelasting.
Een schroef die los geraakt is of nooit goed vast gezeten heeft kan ook vreemde dingen veroorzaken. Het zal niet de eerste keer zijn dat er een schakelaar totaal verkoolt door een losse schroef. Ons advies is dan ook, controleer regelmatig de meterkast op extreme warmte ontwikkeling.
7. Het licht knippert
Als het licht knippert van een enkele lamp, dan kan het lampje aan het einde van zijn levensduur zijn. Is het echter een hele groep in huis die regelmatig knippert, dan kan de oorzaak ernstiger zijn.
Heel vaak is dit al een voorbode van de in punt 6 genoemde losse schroef of een slecht contact in de groepenschakelaar. Een enkele lamp kunt u eenvoudig zelf vervangen.
Bij de tweede mogelijkheid is het raadzaam de vakman te waarschuwen.
8 .De stoppen worden heet
Als de smeltveiligheden (stoppen) te heet worden is dit veelal het gevolg van overbelasting van de groep. Dit wordt veroorzaakt door b.v. 2 zware apparaten op één groep.
Zware apparaten zijn bijvoorbeeld: wasautomaat, wasdroger, vaatwasser, kookplaat, magnetron, oven / grill, boiler, zonnebank, sauna etc.
Vaak kunt u het probleem verhelpen door een apparaat aan te sluiten op een andere groep.
Bij nieuwe aanleg worden voor alle voornoemde apparaten dan ook aparte groepen gemaakt om de continuïteit te waarborgen. In een bestaande situatie is uitbreiding vaak wel mogelijk, alleen gaat dit vaak gepaard met een zichtbare montage van de installatie.
Uw installateur/ elektricien zal er echter alles aan doen dit zo netjes mogelijk te doen.